Skip to main content
Utrecht, 23 juni 2021

Meer mogelijk voor kerkdiensten, op 1,5 meter afstand

Nu vanaf zaterdag 26 juni a.s. de rijksoverheid opnieuw versoepelingen doorvoert in de covid-19 maatregelen, is er ook ruimte om dit te doen ten aanzien van kerkdiensten. Het advies van CIO aan de aangesloten kerkgenootschappen bevat de volgende aandachtspunten:

  1. In kerkdiensten mag 100% van de capaciteit aan vaste zitplaatsen worden gebruikt voorzover hierbij de 1,5 meter afstand tussen de kerkgangers mogelijk is. Voor elk kerkgebouw kan op deze manier dus een maximaal aantal kerkgangers worden bepaald. 
  1. Belangrijk is dat hierbij de algemene randvoorwaarden in acht worden genomen:
    • nakomen van de basisregels (afstand, handen wassen, thuisblijven bij klachten)
    • voorafgaande reservering en registratie
    • gezondheidscheck
    • placering in het kerkgebouw
    • hygiënemaatregelen op locatie: zoals het beschikbaar stellen van desinfecterende handgel en gelegenheid om handen te wassen.
    • De verkeersstromen van de kerkgangers moeten goed gescheiden blijven, zodat het mogelijk is om daarbij onderling 1,5 meter afstand te houden. Ook in de sanitaire voorzieningen. 
  1. De mondkapjesplicht vervalt grotendeels per 26 juni a.s. Alleen op plaatsen waar de anderhalve meter niet gehandhaafd kan blijven blijf deze verplichting gelden. Deze verplichting geldt niet voor kerkdiensten, maar kan wel worden toegepast waar de nakoming van de 1,5 meter afstand niet mogelijk is. Hierbij valt te denken aan te krappe toegangsportalen tot kerkgebouwen, bij sanitaire voorzieningen e.d.
  1. (Samen) zingen: bij de versoepelingen die op vrijdag 18 juni jl. bekend werden gemaakt werd ook gemeld dat het dringende advies om niet te zingen, te schreeuwen of blaasinstrumenten te bespelen vervalt.

CIO adviseert om rekening te houden met de concrete omstandigheden in het (kerk)gebouw waar de kerkdienst plaatsvindt:

– omvang en hoogte van de kerkruimte,

– ventilatiemogelijkheden, luchtstromen,

– locatie van zitplaatsen en aantal van de kerkgangers,

– tijdsduur van de (samen)zang

  1. Groepsgrootte: beperkingen op groepsgrootte binnen en buiten komen te vervallen.

Ook hier blijft de 1,5m als uitgangspunt bestaan. Dit biedt o.m. mogelijkheden voor koffiedrinken na afloop, bijv. in de kerktuin en voor openluchtdiensten.

Uit de aan de Tweede Kamer verzonden informatie (brief 18 juni jl. met bijlagen) blijkt dat de maatregelen die met ingang van zaterdag 25 juni a.s. ingaan, aansluiten bij risiconiveau 1 (waakzaam) van de routekaart overheid.  Dit is ook bevestigd in overleg tussen CIO en de minister van Justitie en Veiligheid. Zie voor verdere info ook het openingsplan van de rijksoverheid (bijlage).

CIO volgt deze benadering in dit advies.  Het is de verantwoordelijkheid van de kerkgenootschappen en de daartoe behorende lokale kerkbesturen om aan deze adviezen in de concrete situatie een verantwoorde invulling te geven.

Kerkbesturen wordt voor vragen geadviseerd contact op te nemen met het landelijke of regionale bureau van hun kerkgenootschap.

  1. De religieuze organisaties delen voluit de doelstellingen van het overheidsbeleid inzake de bescherming van de kwetsbare medemens en het voorkomen van overbelasting van de zorg. Deze doelstellingen zijn een blijvend punt van aandacht.
  2. De religieuze gemeenschappen zullen de naleving van de geldende richtlijnen (o.a. gericht op hygiënemaatregelen en de geldende afstandsnorm) ten behoeve van gezondheid, in eigen kring bevorderen.
  3. De religieuze organisaties hebben in het kader van de coronacrisis, uitgaande van de RIVM maatregelen, protocollen opgesteld die aansluiten bij de diversiteit aan overtuigingen en tradities. Deze protocollen zijn uitgangspunt bij de vormgeving van hun activiteiten. Op verantwoorde wijze worden de erediensten en de daarbij behorende rituelen weer opgestart en hervat.
  4. De religieuze koepelorganisaties zien uit naar verdergaande versoepeling van maatregelen die volgen uit de ontwikkelingen in de samenleving om op passende wijze samen te kunnen komen op de voor hen gebruikelijke wijze. Ze doen een beroep op de Minister van Erediensten om te blijven toetsen of de nog bestaande maatregelen proportioneel zijn en hierover te communiceren met afvaardigingen van de religieuze organisaties.
  5. De religieuze organisaties blijven beschikbaar voor overleg over aanvullende maatregelen in geval van acute dreiging voor de volksgezondheid.
    De hierbij aangesloten religieuze en levensbeschouwelijke gemeenschappen zullen de naleving van de richtlijnen van het kabinet en de bovenstaande uitgangspunten in eigen kring bevorderen.